M. Bimmel
Over dit pand werd geen hertogcijns geheven. Het was oorspronkelijk hertogelijk bezit en grensde aan de stadspoort. De poort en de aansluitende huizen werden in 1356 in twee afzonderlijke eigendommen verdeeld onder de beide ingebieders. Zij waren ook de beheerders van de gevangenis. In 1523, respectievelijk 1526 komen beide delen in bezit van de stad. De linker zijmuur staat op de plaats waar de stadsmuur op de Leuvensepoort aansloot. Na het buiten gebruik raken van de stadsmuur kreeg Wouter van Berze het recht om in en op de stadsmuur te bouwen. Van Berze kwam toen ook in het bezit van een 'mansio anterior' onder de poort. In 1813 zijn de poort en delen van de aangrenzende huizen gesloopt. De rooilijn is bij deze gelegenheid iets naar achteren verlegd. Voor de aanleg van de fundering van de nieuwe voorgevel zijn grote bakstenen gebruikt, die vermoedelijk van de stadspoort of muur afkomstig zijn. Het ziet ernaar uit dat in 1813 het hele pand vernieuwd is met gebruikmaking van oude bouwmaterialen. De kelders kunnen wel ouder zijn (midden 14de eeuw), maar de gewelven bezitten ook bakstenen, die afkomstig zullen zijn van de sloop van de stadsmuur. De rechter zijmuur is eveneens gemetseld | 408 |
met hergebruikte baksteen. De linker zijmuur staat ter plaatste van de oude stadsmuur. Deze gemeenschappelijke muur is waarschijnlijk in 1813 vernieuwd. De perceelsgrens aan de linkerzijde maakt achter het pand een sprong van circa 40 cm die vermoedelijk verband houdt met de stadsmuur. In 1526 is er nog sprake van een stenen muur die aan twee personen behoorde. De linker perceelsgrens liep door tot in de poort. Deze verdeling van de poort zal na het opheffen van het verdedigingswerk in het midden van de 14de eeuw zijn bewerkstelligd. Hierdoor ontstond er een diep pand dat gedeeltelijk in de poort was opgenomen en in twee afzonderlijke woningen was verdeeld. Het perceel grensde aan de achterzijde aan een stal, het Groot-Ziekengasthuis en aan het erf van Markt 25. | 409 |
BeschrijvingAlgemeen:De bebouwing is gesitueerd op een diep rechthoekig perceel aan de zuidzijde van de Hinthamerstraat, dat aan de achterzijde breder is dan aan de voorzijde. Het huidige perceel ligt binnen de eerste stadsommuring en omvat een pand aan de Hinthamerstraat, een sinds 1939 bebouwde binnenplaats, gevolgd door een los 19de- eeuws achterhuis (XIXd). De hoofdbouw heeft oorspronkelijk waarschijnlijk een indeling in een voor- en een achterhuis gehad, gescheiden door een brandmuur. Behalve op kelderniveau, is van deze indeling bovengronds tegenwoordig niets terug te vinden. Het pand telt vijf niveaus, te weten een kelder, een begane grond, een eerste- en een tweede verdieping en een zolderverdieping. Het zadeldak heeft aan de voorzijde een wolfeinde en is voorzien van gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Het losse achterhuis omvat vier niveaus onder een lessenaardak en is niet onderkelderd. De tussenliggende bebouwing ter plaatse van de voormalige binnenplaats telt twee bouwlagen onder een plat dak. Het pand heeft zijn oorsprong in de middeleeuwen en grensde toen met de voorgevel aan de vroeg 13de-eeuwse zuidelijke poorttoren van de Gevangen- of Leuvense poort. Zeker is dat de linkerzijmuur zich bevindt op het tracé van de 13de-eeuwse stadsmuur en heeft daarom mogelijk een oudere kern. De zijmuren en de kelders behoren tot de oudste onderdelen van het pand. In ongeveer 1815 is het pand voorzien van de huidige lijstgevel, is een deel van de (oorspronkelijke) balklagen vervangen door een enkelvoudige grenen balklaag en is de kap voorzien van grenen Philibertspanten. In diezelfde periode is de bebouwing van het perceel naar achter toe uitgebreid met een los achterhuis.Voorgevel:De rijke, laat 19de-eeuwse lijstgevel is opgetrokken in schoon metselwerk van machinale baksteen (XIXd) en voorzien van een moderne pui. De gevel is tweemaal geleed met een hardstenen cordonlijst, waarop de raamdorpels van de vensters aansluiten. Op beide verdiepingen bevinden zich dubbele, getoogde vensteropeningen met een geprofileerde omlijsting en een kuif. De oorspronkelijk schuivende onderramen zijn gewijzigd in moderne draairamen. In het nog originele raamhout van de bovenlichten zit glas-in-lood. De gevel is afgesloten met een kroonlijst, ingedeeld in panelen, waarboven zich een uitkragende geprofileerde kroonlijst bevindt. | 1 |
Linkerzijmuur:Het pand heeft de linkerzijmuur gemeenschappelijk met het linkerbuurpand Hinthamerstraat 17-19 en komt overeen met het tracé van de 13de-eeuwse stadsmuur. Het is mogelijk dat deze 13de-eeuwse stadsmuur op de perceelsgrens tussen beide panden deels nog aanwezig is.In het interieur is een 19de-eeuwse muurschildering met een voorstelling van waarschijnlijk een zilversmid waargenomen. Rechterzijmuur:De rechterzijgevel is gemeenschappelijk met het rechterbuurpand Hinthamerstraat 9-11 en dateert vermoedelijk uit de late middeleeuwen.Achtergevel:De achtergevel van de hoofdbouw is uitgevoerd als een bakstenen lijstgevel. Door de bebouwing van de voormalige binnenplaats is de gevel ter hoogte van de begane grond en een deel van de eerste verdieping aan het zich onttrokken. De gevel is twee vensterassen breed. Openslaande deuren, geplaatst in een oorspronkelijke, naar onder toe vergrootte gevelopening, leidt naar een dakterras. Op de tweede verdieping bevinden zich twee 19de-eeuwse, getoogde T-schuifvensters.Interieur:De kelder beslaat de volledige plattegrond van het pand en bestaat uit twee delen, die mogelijk corresponderen met de oorspronkelijke bovengrondse indeling van een voor- en een achterhuis. In de linkerzijmuur zit een sprong, waardoor het achterste deel van de kelder breder is dan het voorste deel. De voorste kelder is voorzien van een tongewelf in de langsrichting van het perceel. Het achterste deel van de kelder heeft troggewelven op stalen balken als kelderdek (XIXd). De samengestelde balklaag boven de begane grond is drie balkvakken diep en bestaat uit grenen moerbalken en eiken kinderbinten. De grenen moerbalken vormen mogelijk een 17de eeuwse vervanging van oudere eiken moerbalken. De strijkbalk die tegen de voorgevel ligt is nog van eiken. De balklagen boven de eerste- en tweede verdieping zijn van enkelvoudig grenen en dateren waarschijnlijk uit de 19de, maar mogelijk ook nog uit de 18de eeuw. De voorkamers op beide verdiepingen zijn voorzien van een laat 19de-eeuws | 2 |
stucplafond. De kapconstructie is opgebouwd uit twee Philibertspanten (XIXB). Het losse achterhuis is gerealiseerd in de 19de eeuw en is voorzien van enkelvoudige balklagen met een kwartrondprofiel. De kap met dakschilden bestaat uit grenen schaarspanten.Redengevende omschrijvingHet pand Hinthamerstraat 13-15 heeft monumentale waarde vanwege de hoge ouderdom en authenticiteit van de bouwmassa, de hiermee samenhangende balklagen en kapconstructie en de structuurbepalende kelders.Daarnaast heeft het pand Hinthamerstraat 13-15 een hoge stedenbouwkundige waarde gezien de situering van het pand binnen de oudste stadsommuring. De gevel is beeldbepalend als karakteristieke gevel in de afwisselende gevelrij aan de zuidzijde van de Hinthamerstraat. Zowel de architectonische en de bouwhistorische aspecten als het stedenbouwkundige aspect dragen er toe bij dat dit pand van grote cultuurhistorische waarde is. | 3 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Jos. H. Kievits467. (woonhuis met overbouwden gang) "De drie Swaentjens" anno 1672. | 41 |
1988 |
RedactieHinthamerstraat 13-15Bouwhistorie 's-Hertogenbosch. Jaarverslag '88 (1988) 10 |
1865 | C. Govers (horologiemaker) |
1875 | C. Govers (mr. horlogiemaker) |
1881 | A.H. Blankers (goudsmid) - G.A. Meuwese (fabriekant in goudwerken) |
1905 | wed. G.A. Meuwese (in goud en zilver) |
1908 | J. van Roessel (juwelier) - P. Schellekens (handelsreiziger) |
1910 | A. Hogerwaard (1e luit. Infant.) |
1928 | J.C. Masker - mej. J.M.A. Strikkers |
1943 | C.F. van Hulten (gevangenbewaarder) - M.J.C. van Hulten (kantoorbediende) |
1910 | J. van Roessel (juwelier) |
1928 | A.W.M.Th. Brekelmans |
1943 | A.J. Willems (wnkelier in schoenen) |
1908 | A. Hoogerwaard (1e luit. Infant.) |